-
1 wolf in sheep's clothing
-
2 wolf
n. wolf; wreed iemand; iemand die achter vrouwen aanzit; ongestemde toon (muziek)--------v. opschrokken; wolfwolf1[ woelf] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: wolves; in betekenis 0.1 ook wolf〉1 wolf♦voorbeelden:wolf in sheep's clothing • wolf in schaapsklerencry wolf (too often) • (te vaak) (lichtvaardig) loos alarm slaan→ lone lone/————————wolf2〈 werkwoord〉
См. также в других словарях:
Wolf — Sich bessern wie ein junger Wolf: ironisch für immer schlimmer werden. 1514 heißt es bei Tunnicius (Nr. 585): ›He sal sik beteren als ein junk wulf‹. Schon 1646 wird die Redensart bei Corvinus (›Fons lat.‹ 578) als deutungsbedürftig empfunden:… … Das Wörterbuch der Idiome